Petra Weisenborn
Lumpsum financiering is een veel gebruikte manier waarop de rijksoverheid het onderwijs financiert. Met lumpsum financiering wordt bedoeld dat de onderwijs organisatie een hoeveelheid geld per leerling of student ontvangt zonder dat wordt voorgeschreven waaraan de organisatie het geld moet besteden. Dat maakt dat de onderwijs organisatie zelf een keuze moet maken bij het verdelen van de rijksbijdragen over zijn onderwijs teams en stafdiensten. Bij het implementeren van een budget tool komen we verschillende uitwerkingen voor de verdeling van middelen tegen.
Het startpunt voor de toedeling van middelen aan een onderwijs team is overal gelijk. Hoeveel en wat voor type leerlingen of studenten worden door het team opgeleid. Vervolgens kan men redeneren volgens twee perspectieven.
Een student krijgt onderwijs en daarvoor is personeel nodig. Versimpeld gebruikt men per type onderwijs daarvoor een ratio tussen student en personeel. Met de ratio kan men berekenen hoeveel formatie het team nodig heeft voor zijn onderwijstaak. De formatie kan je vertalen in benodigde euro’s door te vermenigvuldigen met de gemiddelde loonkosten voor het team. In dit perspectief staat de formatie voorop, en niet de euro’s.
Vervolgens wordt het interessant. Er zijn scholen die het op dit punt aangekomen simpel houden in hun budget. Het onderwijsteam krijgt in het budget het berekende bedrag voor de onderwijsformatie toegewezen. Gedurende het jaar zal de sturing zijn op de formatie, en niet op de euro’s.
Er zijn andere scholen die vinden dat het zinvol is dat het team zijn formatie ook op medewerker niveau vorm geeft in het budget. Het bedrag dat de formatie mag kosten hebben ze daarbij als richtlijn. Een voordeel van deze manier van werken is dat een team manager door zo intensief bezig te zijn met personeel een beter zicht krijgt op wat er bv aan vacatures ingevuld moet worden in het begrotingsjaar. Gedurende het jaar is de sturing op euro’s.
De lumpsum inkomsten per student of leerling worden berekend door het team, en afgeroomd voor centrale diensten. Wat resteert na afroming kan het onderwijs team vrijelijk besteden aan formatie en materieel. In dit geval wordt meestal een formatiebegroting op medewerker niveau gemaakt, en gezorgd dat het resultaat onder de streep in orde is. Dit perspectief is meer in lijn met het idee van lumpsum financiering dan perspectief 1. Geen vooraf opgelegde regels.
Perspectief 2 erkent dat vandaag de dag de manier van lesgeven niet altijd op de traditionele klassikale manier is, en dat een simpele student-staat-tot-medewerker verhouding daarom mogelijk niet voldoet. Er is iets te zeggen voor beide perspectieven. In beide gevallen is het gebruikelijk om het percentage van de financiering dat naar onderwijzend personeel gaat te monitoren, al is het maar omdat de rijksoverheid dat ook doet, als onderdeel van de benchmark waarmee ze verschillende onderwijs organisaties met elkaar vergelijkt qua besteding van middelen.
Beide perspectieven hebben hun voor- en nadelen. Het hangt ervan af hoe de onderwijsautoriteit ermee om wil gaan. Het berekeningsproces moet voor iedereen transparant zijn. De verschillende toewijzingsmethoden vereisen een flexibele benadering van uw budgetoplossing.
Met XLReporting kunnen we uw budgettool inrichten volgens perspectief 1 van 2. XLReporting helpt om uw budgetproces eenvoudiger te maken.
← Terug naar bovenHome |
Op onderwerp | Op titel | Op auteur | Op datumNeem contact op met één van onze Planning en Rapportage Experts.
Neem Contact Op